Demersale discardsverwerking

Beschrijving project

Wat wordt de hoeveelheid discards als in de demersale visserij op de huidige manier wordt doorgevist? Hoe is deze hoeveelheid verdeeld over soorten, havens en seizoenen? Behalve de aanbodkant onderzoeken we in dit project ook de vraagkant: Hoe zorg je voor een zo hoog mogelijke opbrengst voor de discards? Daarbij wordt vooral uitgegaan van kansen die de markt biedt, van het aansluiten bij bestaande afzetmogelijkheden en, in mindere mate, van de ontwikkeling van (nieuwe) markten. De belangrijkste reden hiervoor is dat tal van partijen al bezig zijn met het verwerken van bijproducten. Verder spelen tijd (tot de invoering van de aanlandplicht) en geld (investeringen in verwerkingscapaciteit) een rol.

Voorlopige uitkomsten:

  • Vissen we op de huidige wijze door, dan brengt de Nederlandse kottervisserij jaarlijks ca. 50.000 ton discards aan wal.
  • Door het verbeteren van selectiviteit en door gedragsaanpassingen, bijvoorbeeld het wisselen van locatie (visbestek), zal de hoeveelheid discards die de Nederlandse kottervisserij jaarlijks gaat aanlanden aanzienlijk afnemen.
  • Schol en schar vormen ruim 80 procent van de discards.
  • Ongeveer 70 procent van de hoeveelheid discards is afkomstig van de gerichte 80 mm visserij op tong.
  • De kwaliteit van de verwerkte discards was goed, ondanks dat de tijd tussen het vangen en verwerken circa negen dagen bedroeg.
  • De gehaltes olie en vet zijn zeer laag.
  • Het gehalte eiwit in discards is hoog: 70 procent t.o.v. 60 procent in visafval.
  • Er zijn grofweg vier mogelijkheden voor de verwerking van discards: vismeel, petfood (nat) & nertsenvoer, functionele eiwitten en silage.
  • Het rendabel exploiteren van een vismeelfabriek in Nederland lijkt onmogelijk. Daarvoor is jaarlijks minimaal 100.000 ton discards of bijproducten noodzakelijk.
  • De opbrengsten uit vismeel zijn bij lange na niet voldoende om de kosten van het verwerken van discards aan boord en aan de wal te dekken.

Looptijd project:
1 april 2014 – 31 december 2015

Hoofdaanvrager:
CVO

Projectpartners:
De TX1, ARM22, UK246 en de YE138 hebben in 2015 gedurende 3-4 dagen (een volledige reis) alle, d.w.z. maats en ondermaats, gequoteerde vis aan boord gehouden. Hiermee is ervaring opgedaan met het valoriseren (vermarkten) van discards. Het project wordt wetenschappelijk begeleidt door IMARES.

foto-visnetten
foto-op-een-boot

Eindrapporten:

In 2015 verschenen eindrapporten:


Financiering:

Dit project wordt financieel mede mogelijk gemaakt door het Europees Visserij Fonds (EVF).

Europees Visserijfonds:
Investering in duurzame visserij